Stadsimker
De ambacht van imkerij wordt vandaag in stand gehouden door stadsimker Staf Kramers.
Herintroductie van de ambacht
De norbertijnen wisten lang geleden al dat bijen graag toeven in de abdij. Er was zelfs een pater-imker, die een naslagwerk bezat over bijenkweek. Vroeger was er een bijenhal, achter het Provisorenhuis. De bijen leverden niet alleen honing voor de paters, maar ook was. Daar maakte men dan kaarsen mee.
Stadsimker Staf zette in de jaren ‘80 zijn eerste bijenkasten aan de Tiendenschuur van de abdij. Een schot in de roos, want de Abdij van Park is een fantastische biotoop voor bijen. In het voorjaar bloeien de fruitbloesems, waarna de wilde kastanjebomen volgen. Soms zijn de honingzolders al gevuld in mei, dankzij de es-, slee- en meidoorns. Daarna volgen nog de wilde bloemen, de tamme kastanje en de linde.
Sinds 2016 is er een nieuwe, moderne bijenhal met 15 tot 20 bijenkasten in de boomgaarden naast de conventstuin. Tijdens de zomer huisvesten hier zo’n 800.000 bijen. “De stad Leuven heeft ook speciale bomen aangeplant, die enorm veel nectar en stuifmeel produceren. Ideaal voor wanneer er geen andere drachtbronnen voorhanden zijn”, weet Staf.