
Na een lange reis van Diest naar Leuven, werd het klokje op 28 februari 2025 officieel overhandigd aan de Erfgoedsite Abdij van Park door schepen van cultuur Monique De Dobbeleer en erfgoedexpert Elise Verhaegen. Het klokje stond de afgelopen jaren tentoongesteld in het stedelijk museum De Hofstadt in Diest en komt weer thuis dankzij een genereus gebaar van het stadsbestuur van Diest.
Een kleine klokje met een groot verhaal
Het werd in 1712 gegoten door de befaamde klokkengieters Claes Noorden en Jan Albert de Grave in Amsterdam, en in 1730 verwierf abt Hiëronymus de Waerseghere het voor de abdij. Echter, kort na aankomst in de abdij werd het klokje al vervangen door een exemplaar van de Leuvense klokkengieter Andreas Frans Vanden Gheyn. Het klokje maakte dus niet de reis naar de Sint-Pieterskerk in 1811 en ontsprong aan de verwoestingen van de Brand van Leuven in 1914, waarbij de andere klokken smolten.
Wat volgde was een verrassende wending in het verhaal van dit klokje: het belandde in Diest, waar het dienstdeed als schoolbel. Het werd daar in de 19e eeuw gebracht door Fidèle-Johannes Raymaekers, die zowel prior van de abdij was als leraar in het Diestse stadscollege. Later kwam het klokje terecht in het museum, De Hofstadt, waar het gelabeld stond als schoolbel. In 1990 ontdekte beiaardier Luc Rombouts uit Leuven de herkomst van het beiaardklokje.
In 2018 stond dit klokje zelfs model voor de kleine klokken van de nieuwe Vredesbeiaard. En nu, dankzij het genereuze gebaar van het stadsbestuur van Diest, is het weer terug in de Abdij van Park. Het klokje zal binnenkort deel uitmaken van de permanente museumpresentatie, waar het samen met gesmolten brons van een andere historische klokkengieterij de rijke geschiedenis van de abdij zal vertellen.