Abdij van Park draagt bijna 900 jaar geschiedenis met zich mee. Het rijke abdijarchief van de norbertijnen werpt een blik op dit ononderbroken verleden en hier, tussen eeuwenoude documenten en vergeten geschriften, ontdekken we anno 2023 ook nog nieuwe elementen over het verleden. Deze verzameling van tientallen meters papier en perkament is gedurende de eeuwen zorgvuldig bewaard gebleven en bevindt zich vandaag de dag nog steeds in de Abdij van Park. Het archief bevat ook een merkwaardige collectie van verknipte en losse stukjes oud perkament. In vroegere tijden was perkament een kostbaar materiaal dat hergebruikt werd in plaats van weggegooid, een filosofie van duurzaamheid die diep doorgedrongen was binnen de kloostermuren van de Abdij van Park. Het waren twee doctoraatsstudenten, in het kader van het initiatief "Medieval Manuscripts in Flemish Collections", die hun aandacht vestigden op een klein stukje perkament dat dateert van omstreeks 1300.
Pennenproef als reflectie van de denkwereld
Dit stuk perkament, niet groter dan 9 bij 15 cm, draagt de geschreven woorden van een norbertijn van Park. Deze woorden en zinnen zijn het werk van een ervaren kopiist of scribent. Voordat de kopiist zich waagde aan het overschrijven van de originele versie, scherpte hij zijn ganzenverenpen en schreef hij enkele zinnen of tekstfragmenten als pennenproef. Pas daarna voelde hij zich klaar genoeg om verder te gaan met het reproduceren van de volgende passage uit de bijbel of de wereldkroniek waaraan hij werkte. Mogelijk is dit vel of een deel ervan later hergebruikt als schutblad van een handschrift of als kaft van een rekening.
Op een bepaalde dag in Leuven, rond 1300, schreef onze norbertijn als proef een vers uit het dierenepos "Van den vos Reynaerde". Dit meesterwerk van de Middelnederlandse literatuur uit de Lage Landen werd veertig jaar eerder, rond 1260, geschreven in het graafschap Vlaanderen door de anoniem gebleven broeder Willem, bekend als "Willem die Madoc maecte". De Vos, een kritische epos, dat op meesterlijke wijze werd geschreven in rijmvorm en bedoeld was om te worden voorgedragen voor publiek, heeft zijn auteur veel inspanning gekost en vele slapeloze nachten bezorgd zoals hij het zelf zegt 'daer hi dicke omme waecte'.
Wereldwijs
Het is geen toeval, maar eerder een belangrijke ontdekking, dat dit ene vers al die tijd verborgen lag in het abdijarchief en onmiskenbaar afkomstig is uit "De Reynaert". Dit betekent dat de tekst rond 1300 ook bekend was en gelezen werd in het hertogdom Brabant en zelfs buiten de grenzen van het graafschap Vlaanderen. Het getuigt van de intellectuele activiteit die plaatsvond in kloosters, en in het bijzonder in de abdij van Park, waar de bewoners goed op de hoogte waren van de maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken van die tijd.